Skip to content

De schreeuw in de storm

19 octubre, 2024

Het was een stormachtige nacht, de wind huilde en de regen sloeg hard tegen de ramen van het oude landhuis waar Clara had besloten onderdak te zoeken. Na een hectische week in de stad had ze verlangd naar een ontsnapping naar de rust van het platteland, maar wat ze vond was een verontrustende isolatie. Het huis, geërfd van een verre tante, was gevuld met met stof bedekte voorwerpen en vergeten herinneringen. Vanaf het allereerste moment voelde Clara een vreemde aanwezigheid, alsof het huis zelf haar in de gaten hield.

Ze vestigde zich in de woonkamer, probeerde zichzelf af te leiden met een boek, maar het geluid van de storm en het kraken van het huis hielden haar op scherp. Naarmate de storm aanwakkerde, werd de sfeer benauwder. Elke donderslag weerklonk als een verre schreeuw, en Clara kon niet anders dan denken aan de verhalen die ze over het huis had gehoord: fluisterende stemmen, schaduwen die in het donker bewogen. Ze kroop op in haar stoel, zich afvragend of ze de juiste beslissing had genomen om hier alleen te komen.

Plotseling weerklonk er een doffe klap van boven, die haar gedachten onderbrak. Haar hart bonsde. Clara besloot dat ze moest onderzoeken, ook al vertelde gezond verstand haar dat ze dat niet moest doen. Met een zaklamp in de hand begon ze de trap op te gaan, elke stap weerklonk in de benauwde stilte. Toen ze de gang op de tweede verdieping bereikte, omhulde een rilling haar, en de zaklamp flikkerde, waardoor dansende schaduwen ontstonden die leken tot leven te komen.

Terwijl ze verder liep, mengden de echo’s van de storm zich met een extra geluid: een schreeuw, nauwelijks hoorbaar, maar het maakte haar bloed koud. Het kwam uit een van de kamers aan het einde van de gang. Clara stopte, hield haar adem in, zich afvragend of ze het goed had gehoord. Ze naderde langzaam, voelend dat iets haar naar die gesloten deur trok. Met een trilling in haar hand opende ze het.

De kamer was leeg, behalve voor een oude spiegel bedekt met een wit laken. De zaklamp verlichtte de spiegel, en Clara voelde een steek van angst. Toen ze dichterbij kwam, zag ze haar reflectie, maar er was iets mis. Achter haar, in de spiegel, verscheen een donkere figuur, die haar leek te observeren. Clara draaide zich snel om, maar er was niemand daar. Ze keek terug naar de spiegel, en de reflectie toonde nu haar gezicht, vervormd door een grimlach van terreur.

Wanhopig trok Clara zich terug en vluchtte de kamer uit. De schreeuw weerklonk opnieuw, dit keer luider, en de lucht werd zwaar. Ze rende terug naar de trap, maar de gang leek oneindig te strekken, en het huis begon te kraken alsof het leefde. In dat moment realiseerde ze zich dat ze niet alleen was. Iets duisters volgde haar, zich voedend met haar angst.

Toen ze eindelijk de eerste verdieping bereikte, had de storm zijn hoogtepunt bereikt. Het huis beefde onder de woeste wind, en het geluid van water weerklonk als een klaagzang. Clara zocht naar een uitgang, maar de voordeur was gesloten, waardoor ze binnen het huis gevangen zat. De figuur uit de spiegel manifesteerde zich in elke hoek, een constante fluistering die haar riep.

Met een laatste poging om te ontsnappen, zocht Clara naar een raam, maar toen ze het opende, duwde de wind haar terug, waardoor ze bijna viel. Het was toen dat ze de schreeuw opnieuw hoorde, dit keer helder en hartverscheurend. Het was een kreet van pijn en wanhoop, weerklinkend uit de diepten van het huis, alsof de structuur zelf schreeuwde om zich te bevrijden van een oude kwelling.

Uiteindelijk, in een moment van paniek, nam Clara een beslissing. Ze ging terug naar de spiegel, het centrum van de chaos om haar heen. De donkere figuur naderde, en Clara, in een uitbarsting van moed, schreeuwde met al haar kracht: “Wat wil je van me?” De figuur glimlachte, en in een onverwachte wending verdween het, waardoor alleen de spiegel overbleef.

Met de storm op zijn hoogtepunt en haar geest gevuld met verwarring, keek Clara naar haar reflectie. Maar in plaats van haar eigen afbeelding zag ze de donkere figuur, en ze begreep dat ze was gekozen. De storm stopte plotseling, en in de stilte bleef het huis leeg, wachtend op zijn volgende slachtoffer. Clara was gevangen, een echo van het verleden, gedoemd om een schreeuw in de storm te zijn voor alle eeuwigheid.