Skip to content

De Legende van de Vergeten Stad

19 octubre, 2024

Wanneer Lucía besloot het weekend door te brengen in de hut van haar grootvader, had ze geen idee dat haar zoektocht naar rust haar zou leiden tot het confronteren van de legende van het vergeten dorp. Haar grootvader sprak altijd over een plek in de heuvels, een oude nederzetting die in de vergetelheid was geraakt, waar men zei dat de tijd had stilgestaan en schaduwen duistere geheimen verborgen hielden.

Op de eerste nacht, terwijl ze bij de open haard zat, voelde Lucía een vreemde roep naar de heuvel die achter de hut oprijst. De volgende dag, gewapend met een zaklamp en haar camera, besloot ze te verkennen. De mist omhulde het landschap en gaf het een griezelige sfeer. Elke stap die ze zette leek te weerklinken in de stilte, en terwijl ze omhoog klom, werd de vegetatie dichter, alsof het bos haar voortgang probeerde te stoppen.

Bij het bereiken van de top vond ze de resten van het dorp: vervallen huizen, gebroken ramen en deuren die kraakten als ze door de wind werden aangeduwd. Lucía voelde een rilling over haar rug lopen, maar haar nieuwsgierigheid dreef haar om verder te verkennen. Toen ze een van de huizen binnenging, was de lucht dik en koud, en de geur van schimmel doordrong alles. Op de muren leken vervaagde kindertekeningen haar te bekijken, alsof de geesten van de kinderen die daar hadden gewoond de plek nog steeds bewoonden.

Terwijl ze door het dorp dwaalde, begon ze gefluister te horen. Het was eerst zacht, bijna onhoorbaar, maar al snel veranderde het in een constante murmur. “Ga weg,” zeiden ze. “Je hoort hier niet te zijn.” Lucía probeerde ze te negeren, overtuigd dat het gewoon de wind of haar verbeelding was. Echter, de sfeer werd benauwd, en een gevoel van onmiddellijke gevaar omhulde haar.

Plotseling schudde een bloedstollende schreeuw haar, afkomstig uit het huis aan de overkant van de straat. Lucía rende naar het geluid, maar toen ze aankwam, stond de deur op een kier. Toen ze de drempel overstak, vond ze een rommelige kamer en op de vloer een opgevouwen figuur. Het was een vrouw, met grote ogen en een blik van ontzetting. “Blijf hier niet,” fluisterde ze. “Ze zullen je vinden.”

Voordat Lucía meer kon vragen, verdween de vrouw in een oogwenk, en liet alleen een echo van haar waarschuwing achter. Adrenaline stroomde door haar aderen, en een primale drang dreef haar om het dorp te ontvluchten. Terwijl ze de heuvel afdaalde, namen de fluisteringen toe, nu wanhopige schreeuwen die leken haar bij naam te roepen.

Toen ze de hut bereikte, was de nacht gevallen. Ze sloot zichzelf op, bang dat er iets haar volgde. Echter, ondanks haar pogingen om tot rust te komen, leken de schaduwen zich uit te rekken, om haar heen te dansen. Het was toen dat ze een klop op de deur hoorde, eerst zacht, maar steeds dringender.

“Lucía?” De stem was vertrouwd, die van haar grootvader. Maar er was iets in zijn toon dat niet klopte. “Laat me binnen. Ik ben hier niet veilig.” Lucía voelde haar hart stokken. Haar grootvader was jaren geleden overleden. Wat gebeurde er?

Met een mix van angst en verwarring naderde ze de deur. De kloppen werden heftiger, en de stem werd wanhopiger. “Lucía, ik ben het. Ik heb je nodig om me binnen te laten. Het is gevaarlijk buiten!”

Haar geest vocht tussen het openen van de deur en het gesloten houden ervan. Uiteindelijk, in een uitbarsting van moed, verzamelde ze zich en opende de deur. Voor haar was er niets, alleen de duisternis die haar omhulde. Een rilling liep over haar lichaam, en ze sloeg de deur met een klap dicht.

Het was toen dat ze zich realiseerde dat het vergeten dorp niet alleen een plek was, maar een staat van zijn. Ze was gevangen in een cyclus van horror, waar de echo’s van degenen die vergeten waren haar achtervolgden. Vastbesloten om te ontsnappen, zocht ze naar haar telefoon, maar er was geen signaal. Het dorp leek haar te hebben opgeslokt.

In haar wanhoop wendde ze zich tot het raam, en terwijl ze naar buiten keek, zag ze de figuren van het dorp, staande in de mist, die haar met lege ogen aankeken. Het waren bekende en onbekende gezichten, allemaal samengevoegd tot een enkele massa van verwoesting. Lucía realiseerde zich dat elk van hen gevangen was door dezelfde legende, gedoemd om eeuwig te dwalen.

Terwijl de duisternis zich om haar heen sloot, veranderden de fluisteringen in oorverdovende schreeuwen, en Lucía begreep dat haar verhaal slechts een toevoeging was aan de legende. Ze zou nooit ontsnappen, en haar naam zou deel uitmaken van het gemurmel, herhaald onder de schaduwen van het vergeten dorp.