
Het huis van de Salazar’s was al jaren leeg, omhuld door geruchten en mythen die eromheen zweefden. De dorpsbewoners fluisterden over een deur die nooit geopend mocht worden, een deur die leidde naar geheimen die beter vergeten konden blijven. Maar voor Lucas, een nieuwsgierige jongeman met een rusteloze geest, voedde die waarschuwing alleen maar zijn verlangen om te verkennen.
Op een herfstnacht, toen de gevallen bladeren de grond bedekten als een knisperende deken, besloot Lucas het terrein op te gaan. De volle maan verlichtte zijn pad vaag terwijl de wind met een onheilspellend gefluister waaide. Ondanks de donkere en beklemmende sfeer kon hij de verleiding niet weerstaan om te ontdekken wat er achter die deur lag. Hij had verhalen van zijn moeder gehoord over een oude man die in het dorp was verdwenen, een oude man die geobsedeerd was door het occultisme.
Toen hij bij het huis aankwam, stond de voordeur op een kier, alsof deze Lucas uitnodigde om binnen te gaan. Het interieur was bedekt met stof en spinnenwebben, de lucht stonk naar de passage van tijd en verval. De muren waren versierd met portretten van de Salazar-familie, hun lege blikken leken hem te volgen terwijl hij verder naar binnen ging. Ongemak groeide in hem, maar zijn vastberadenheid dreef hem voort.
Uiteindelijk bereikte hij de verboden deur, gelegen aan het einde van een donkere gang. Het was een stevige houten deur, gegraveerd met vreemde symbolen die leken tot leven te komen onder het maanlicht. Lucas voelde een rilling over zijn rug lopen, maar hij kon niet terug. Met een trillende beweging draaide hij de knop om en duwde de deur open.
Toen deze krakend open ging, omhulde een koude lucht hem en een vreemde geur van vochtige aarde en gedroogde kruiden vulde zijn zintuigen. De kamer was schemerig verlicht, maar hij kon een tafel in het midden onderscheiden, bedekt met oude boeken en onbekende voorwerpen. Maar wat zijn aandacht het meest trok, was een spiegel op de tegenoverliggende muur, waarvan het oppervlak donker was, alsof het het licht absorbeerde.
Toen hij dichter bij de spiegel kwam, voelde hij een onweerstaanbare aantrekkingskracht. In de reflectie zag hij niet alleen zijn eigen afbeelding, maar ook een schaduw die leek te bewegen achter hem. Lucas draaide zich abrupt om, maar er was niets daar. Hij richtte zijn blik weer op de spiegel en zag de schaduw dichterbij komen, hoewel hij niet kon onderscheiden wat of wie het was.
Zijn hart bonsde in zijn oren en een fluisterende stem begon de kamer te vullen. Kom dichterbij, Lucas. Bevrijd me, zei de stem, en iets in de toon ervan omhulde hem in een hypnotische trance. Niet in staat om te weerstaan, stak hij zijn hand uit naar de spiegel, en op het moment dat zijn vingers het oppervlak raakten, werd alles zwart.
Toen hij bijkwam, was hij terug in de centrale hal, maar er was iets veranderd. De sfeer was geladen met een verontrustende energie, alsof het huis om hem heen ademde. Schaduwen leken zich vrijer te bewegen en de portretten aan de muren leken tot leven gekomen, hun ogen nu gevuld met verdriet en waarschuwing.
Paniek begon grip op hem te krijgen. Hij probeerde het huis te verlaten, maar de deuren waren verzegeld, alsof het huis hem niet wilde laten gaan. In zijn wanhoop begon hij te horen lachen, het lachen van kinderen die daar niet zouden moeten zijn. Hij keek om zich heen en zag vage figuren uit de schaduwen tevoorschijn komen, hun gezichten vervormd en gevuld met terreur.
Waarom ben je niet eerder gekomen? vroeg een van de schaduwen, en Lucas voelde een knoop in zijn maag. Wat heb je gedaan? schreeuwde hij, maar zijn stem ging verloren in de echo van de gehuilen die het huis vulden. Toen herinnerde hij zich de waarschuwing van zijn moeder over de deur die nooit geopend mocht worden. Hij had iets losgelaten dat nooit vrijgelaten had mogen worden.
In een laatste poging om te ontsnappen, rende hij naar de voordeur, maar vond in plaats daarvan de deur naar de verboden kamer. Deze was nu gesloten, en een spottend gelach weerklonk om hem heen. Je kunt niet ontsnappen, zei de stem, nu luider en duidelijker. Je bent een van ons.
Met zijn hart dat tekeer ging, voelde Lucas de wanhoop hem omhullen. De duisternis had hem gevangen, en de gezichten van degenen die ooit menselijk waren, keken hem aan vanuit de schaduwen. Hij kon de realiteit niet onderscheiden van de nachtmerrie. Het huis had zijn ziel opgeëist, en hoewel hij probeerde te vechten, besefte hij dat hij gedoemd was een andere fluistering te worden in de legende van het vergeten dorp.
De deur had nooit geopend mogen worden, en nu was het te laat om het te betreuren. Terwijl het gelach en de kreten samensmolten tot een koor van wanhoop, begreep Lucas dat er geen weg was om te ontsnappen aan wat hij had losgelaten. Psychologische angst werd zijn enige realiteit, en de echo van zijn eigen schreeuw weerklonk in de duisternis, voor altijd verloren in het huis van de Salazar’s.